Met heel veel plezier heeft het Estoria Quartet de strijkers ingespeeld voor het album van Eller van Buuren dat deze week is gepresenteerd. Eller en Armin zijn voor deze gelegenheid te gast in de uitzending van DWDD. Over dit item schrijft de redactie:
Hier zijn een paar previews te horen:
0 Comments
![]() Zondag 17 november speel ik om 14:30 in Theater De Vest te Alkmaar. Het is de 'Dag van de bezieling' met o.a. optredens van Stef Bos, Geert Verdickt (Buurman) en Ben Harpenau. De opbrengsten gaan naar de Stichting Het Hunter Syndroom. In het artikel 'Ben met een Hunterjasje' op de website: www.stofwisselingsziekten.nl wordt geschreven over Ben die ook zelf zal optreden: "...'Tuurlijk is het niet leuk en zwaar. Als ik dat mijn hele leven tegen mezelf zou zeggen, wat voor man was ik dan geweest? Door de ziekte te leren aanvaarden, kun je het loslaten. Dan komt er een andere weg in zicht. Door mijn ziekte heb ik de weg naar de Liefde leren kennen.’ Ben (48 jaar) zit achter zijn piano en maakt muziek bij een stuk tekst dat hij gekregen heeft van een moeder, die twee kinderen aan de ziekte van Hunter heeft verloren. Ben heeft ook de ziekte van Hunter (MPS 2). Door zijn klauwhanden, een kenmerk van de ziekte, kan hij slechts drie vingers gebruiken bij het bespelen van de piano. Hij zingt de tekst van de moeder erbij, met rauwe zachte, maar erg gevoelige stem. Hij is nog niet helemaal tevreden over het stuk... Voor zijn ziekte moest Ben veel opofferen. ‘Vanaf mijn achtste speel ik piano en het heeft mij niet meer los gelaten. Ik speelde Mozart en Chopin. Door Hunter kan dat niet meer. Maar misschien speel ik nu juist zo gevoelig, doordat ik Hunter heb. In het begin vond ik het jammer dat ik dingen niet kon doen, maar op een andere manier heb ik heel veel teruggekregen.’ In 2011 is er een documentaire “Ik ben die ik ben” over Ben gemaakt. Hij trad op met Cor Bakker en Stef Bos. Dit jaar, op 17 november, treedt hij weer op met Stef Bos en met de Belgische band Buurman, in de Vest in Alkmaar. De opbrengst gaat naar Stichting Het Hunter Syndroom, waar Ben voorzitter van is." Dyslectische kinderen hebben moeite met lezen en schrijven. In het muziekonderwijs is het van belang om te weten welke invloed deze stoornis heeft op het ‘lezen’ van muzieknoten en hoe de docent daarop kan inspelen. Dit stuk is geschreven vanuit het perspectief van de privéles maar is ook toepasbaar op andere vormen van muziekonderwijs. Kinderen kunnen op zeer jonge leeftijd met vioolles beginnen waardoor dyslexie mogelijk al naar voren komt voordat de leerling leert lezen op school. Wanneer de diagnose dyslexie al is gesteld, dan kan er tijdens de muziekles rekening mee worden gehouden. Er is veel onderzoek gedaan naar deze stoornis maar relatief weinig naar dyslexie en muziek in het bijzonder. Judith Pertz, fluitiste, heeft een boek geschreven over haar ervaring met dyslectische fluitleerlingen en haar onderzoek naar de literatuur aangaande dit onderwerp. Haar boek, Muziek en Dyslexie: handleiding voor docenten instrumentaal onderwijs, geeft in het Nederlands uitleg en praktische adviezen. Behalve dit boek heeft zij ook een website aan dit onderwerp gewijd. De docent die een dyslectische leerling heeft zou het boek van Pertz als aanvulling op deze tekst kunnen lezen. Het boek is te bestellen op haar website. Dit geldt ook voor het boek Music & Dyslexia: opening new doors bewerkt door Miles en Westcombe (ISBN 1861562055). Dit boek gaat ook in op dyslexie bij muziekstudenten op conservatorium niveau en professionele musici. Speciaal voor docenten is het boek Instrumental Music for Dyslectics geschreven door Sheila Oglethorpe (ISBN 1861562918). Beide boeken zijn op o.a. Amazon.com te bestellen.
De muziekdocent kan ervoor zorgen dat de leerling op school vanaf het begin de juiste begeleiding krijgt wanneer het leert lezen. De docent kan het vermoeden aangeven bij de ouders, die dit op hún buurt bij de school kunnen doen. Op deze manier kan men op school extra alert zijn op mogelijke leesproblemen of dyslexie. Zo wordt het kind de kans geboden om zich vanaf het begin zo optimaal mogelijk te ontwikkelen binnen zijn of haar mogelijkheden. Wat betreft het bovenstaande onderwerp en dyslexie in het algemeen, is het aan te raden de brochure van de SDN te lezen. De informatie in deze brochure is betrouwbaar, overzichtelijk en wordt bij nieuwe ontwikkelingen aangepast. De brochure is opgesteld voor psychodiagnostici/behandelaars in de klinische praktijk, het onderwijs en de onderwijsondersteuning en bevat wetenschappelijk verantwoorde informatie. Hoewel de viooldocent geen diagnose stelt en de leerling niet behandelt, is deze brochure toch erg bruikbaar om op de hoogte te blijven van de recente gang van zaken in de hulpverlening en het onderwijs. Over de definitie van dyslexie zegt de SDN: ‘Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en/of vlot toepassen van het lezen en/of het spellen op woordniveau.’ (Kleijnen, R. 11) De leesproblemen moeten ‘hardnekkig’ zijn, niet alleen bij het leren lezen en spellen maar ook bij het snel en automatisch lezen. Hiervan kan men pas spreken als de leesproblemen al zijn aangepakt met behulp van het onderwijsprotocol leesproblemen en dyslexie. Dit houdt in dat er systematisch een half jaar lang, tenminste driemaal per week, twintig minuten extra instructie wordt gegeven voor het technisch leren lezen. Dit moet gebeuren door een leerkracht of remedial teacher. Wordt hiermee geen vooruitgang geboekt, dan spreekt men van didactische resistentie. Wanneer de muziekdocent denkt dat de leerling mogelijk dyslectisch is, is het nog te vroeg om van een ‘hardnekkig’ probleem te kunnen spreken. De diagnose dyslexie is volgens de definitie vóór het leesstadium dus onmogelijk te stellen. De muziekdocent heeft zelf niet de bevoegdheid om dit te doen. De functie van de docent moet puur tot signalering beperkt zijn. De diagnose wordt op basis van een speciaal protocol door een deskundige gesteld met behulp van verschillende onderzoeken. Hierna stelt een deskundige een dyslexieverklaring op. Deze verklaring geeft recht op verschillende faciliteiten in het onderwijs. De faciliteiten kunnen zijn: Verlenging van de tijd voor examens en proefwerken of vergroting van het lettertype van de opgaven. Het vergroten van het lettertype komt veel voor maar is voor veel specialisten een punt van discussie omdat het geen aantoonbaar verschil zou maken. Op conservatoria en muziekscholen zou er een speciaal protocol gehanteerd moeten worden waarin verschillende faciliteiten zijn opgenomen waaronder: verlenging van de examentijd voor theoretische vakken, in bijzondere gevallen mondelinge in plaats van schriftelijke toetsing en het meer tijd beschikbaar stellen voor het toetsen van het prima vista spel. ALGEMENE KENMERKEN Bij dyslexie gaat het om problemen bij het technisch leren lezen. Technisch lezen wil zeggen dat het gaat om het herkennen van de koppelingen tussen klanken (fonemen) en schrifttekens (grafemen). Dit proces noemen we ook wel 'decoderen' en is bij veel kinderen met dyslexie een groot probleem waardoor de automatische woordherkenning lastig wordt. Ze blijven namelijk in het decodeerproces hangen. Dyslectische kinderen ondervinden daardoor veel problemen bij het begrijpend lezen die ze zonder dyslexie waarschijnlijk niet zouden hebben. Dyslexie komt regelmatig voor in combinatie met andere stoornissen en worden de problemen extra zwaar. Bij kinderen met dyslexie is vaker dan bij andere kinderen sprake van spraak-taalstoornissen, motorische stoornissen, rekenstoornissen of ADHD. Hier volgt een lijst met kenmerken die is opgesteld door de stichting Balans en het steunpunt dyslexie voor ouders van kinderen met deze stoornis.
Wanneer kinderen met dyslexie hardop lezen valt de stoornis het meest op. Ze maken veel fouten, lezen spellend en langzaam of snel door de woorden te raden. Intelligente kinderen kunnen heel lang hun dyslexie verbergen door zichzelf allerlei trucs aan te leren. Ze kunnen bijvoorbeeld goed woorden raden of schrijven onleesbaar om fouten te verbloemen. Op de middelbare school valt de dyslexie bij hen pas op, omdat ze dan veel nieuwe begrippen en vreemde talen moeten leren waardoor de oude trucs niet meer voldoen. Dyslectische kinderen schrijven vaak onleesbaar of traag. Ze maken veel spelfouten en het kan zijn dat ze een woord telkens anders spellen. Het leren van spellingsregels is dus erg belangrijk maar wel erg belastend voor het geheugen. Dyslectische kinderen proberen namelijk vaak van elk woord apart de spelling te onthouden. Dyslectici hebben vaak problemen met het werkgeheugen. In de meeste gevallen kan het kind de informatie wel opslaan maar deze niet snel ophalen. Dit valt op doordat ze vaak moeilijk op woorden kunnen komen of dingen erg omslachtig omschrijven. Bij dyslectici verlopen een aantal processen niet of onvoldoende automatisch waardoor het werkgeheugen extra wordt belast. Er ontstaat een kettingreactie: Door de hoge belasting van het werkgeheugen is het moeilijk om er veel informatie in op te slaan. Hierdoor is het onmogelijk om de informatie goed of compleet in het lange termijn geheugen op te slaan. De verkeerde of incomplete informatie is daardoor lastiger en trager uit het lange termijn geheugen op te halen. Dyslectische kinderen hebben moeite met multitasken. Dit valt op wanneer ze bijvoorbeeld een les volgen en tegelijkertijd moeten schrijven, als ze een gesprek voeren met meerdere mensen tegelijk, wanneer ze moeten leren in een onrustige omgeving of bij luistertoetsen waarbij snel en onder tijdsdruk gewisseld moet worden tussen luisteren, lezen, ophalen van informatie en beantwoorden van de vraag. Dyslectici hebben vaak een goed ruimtelijk voorstellingsvermogen en zijn vaak beelddenkers. (Davis, pag. 27, De Gave van Dyslexie (ISBN 9789038907451)). Daardoor zijn ze vaak te vinden bij studies zoals Bouwkunde, Industrieel Ontwerpen of in de beeldende kunst. Vaak kunnen deze leerlingen door hun dyslexie vaak niet meteen het schoolniveau halen dat past bij hun talent omdat de taalaspecten dan een te grote barrière vormen. Daarom komt het vaak voor dat dyslectici een alternatieve route volgen naar de juiste opleiding. Ze gaan bijvoorbeeld eerst naar het VMBO waar ze de richting kiezen die nodig is voor de MBO studie van hun keuze. Na het MBO volgen ze een soortgelijke studie op het HBO en soms belanden ze uiteindelijk op de Universiteit. Op die manier wordt de taal voor een belangrijk deel in het voortraject omzeild. Dyslexie heeft niets te maken met intelligentie. Dyslectici kunnen desondanks veel te maken krijgen met anderen die door onwetendheid denken dat zij dom of ongeïnteresseerd zijn. Dit kan zo overkomen omdat ze meer tijd nodig hebben om informatie te automatiseren. Door deze houding van anderen hebben dyslectici vaak last van faalangst en onzekerheid. Voor kinderen kan het een grote negatieve prestatiedruk en daardoor onzekerheid opleveren wanneer zij merken dat ze meer moeite hebben met het leerproces dan anderen.
KENMERKEN MET BETREKKING TOT MUZIEK In de muziek worden naast noten ook veel andere dingen aangegeven. Denk aan maatsoort, sleutel, dynamiek, tempo-aanduidingen etc. De aanwijzingen en/of zangteksten kunnen in een van minstens vier verschillende talen voorkomen. Er staan naast de noten ook veel andere grafische tekens op een muziekblad die het van blad lezen voor de dyslectische musicus erg moeilijk maken. Dit uit zich o.a. bij het spelen van een tegenpartij, het al spelende moeten transponeren, het lezen in verschillende sleutels en het tellen van rusten. De leerling kan net als bij het lezen van woorden en zinnen, steeds op verschillende plekken tonen weglaten of invoegen. Bij het prima vista-spel komt dit vooral naar voren. Net als bij het spellen van woorden ontstaan ook vaak problemen met het uitschrijven van muziek (bijvoorbeeld bij een dictee). De leerling schrijft dan iets anders op dan hij denkt en ziet vervolgens de fouten niet. Het kan moeilijk zijn voor de dyslectische leerling om specifieke volgordes te leren. Bijvoorbeeld bij de opeenvolging van kruisen of mollen of bij toonladders. Moeilijkheden kunnen zich verder voordoen bij; het schriftelijk transponeren van muziek en het herinneren en herproduceren van een melodisch of ritmisch gegeven. Ook de moeilijkheden die bij dyslexie horen op andere gebieden, worden in het muziekonderwijs zichtbaar. Denk aan het gebrek aan snelle informatie verwerking, de beperkingen van het werkgeheugen en het gebrek aan automatisering van vaardigheden. (BDA) TIJDENS DE LES Het is voor dyslectici een goed idee om te beginnen met een instrument waarvoor op een enkele balk geschreven wordt in tegenstelling tot bijvoorbeeld muziekinstrumenten met een dubbele zoals de piano. De docent moet proberen een probleem vanuit zo veel mogelijk invalshoeken te benaderen. De British Dyslexia Association (BDA) noemt de term ‘multi-sensory’ waarmee bedoeld wordt dat bij de invalshoeken zo veel mogelijk verschillende zintuigen aangesproken moeten worden. Deze aanpak kan gebruikt worden bij bijvoorbeeld het herinneren van vingerzettingen, het herkennen van ritmische patronen, het begrip toonhoogte en de relatie tot notatie etc.
Het is belangrijk dat de leerling gemotiveerd blijft ondanks de moeilijkheden. Dit kan op verschillende manieren bereikt worden: De docent moet ervoor zorgen dat de leerling nooit te veel informatie of aanwijzingen in eens krijgt. Alles moet voor de leerling overzichtelijk blijven. Het gevoel van succes kan worden vergroot door een grote opdracht in kleine opdrachtjes uit te splitsen die niet moeilijk zijn uit te voeren. Het helpt om kleine vorderingen expliciet te belonen. Belangstelling van de docent is ook een motiverende factor. Let erop dat een dyslectische leerling in de groepsles niet in een negatieve uitzonderingspositie wordt geplaatst en de talenten van de leerling extra worden benadrukt. Het is belangrijk geduldig te zijn en nooit tekenen van ongeduld te vertonen. De docent kan de leerling helpen door de juiste leerstijl voor de leerling te achterhalen. De basis van deze leerstijl moet zijn dat de les de leerling altijd meer plezier brengt dan frustratie. De stof moet bij dyslectische leerlingen door de problemen bij de automatisering, stapje voor stapje systematisch aangeleerd worden. Er mag hierbij niets worden overgeslagen omdat de leerling niet goed zelfstandig de gaten kan invullen. De docent moet zorgen voor een duidelijke structuur met veel herhaling waarbij de leerling steeds iets meer zelfstandig doet. Let op: Het is belangrijk dat de leerling bij examens meer tijd krijgt voor het van blad lezen. Volgens Ronald Davis is het probleem bij dyslexie dat de leerling gedesoriënteerd raakt tijdens het lezen omdat er teveel wordt waargenomen. In de boeken van Davis De Gave van Dyslexie (ISBN 9789038907451) en De Gave van Leren (ISBN 9789038915401) geeft hij speciale oefeningen om te zorgen voor een betere focus bij de oriëntatie. Deze oefeningen zijn erg diepgaand en kunnen bijvoorbeeld door de ouders thuis gedaan worden om de problemen die door de dyslexie worden veroorzaakt te verminderen. De docent kan de ouders aanraden deze boeken te lezen. Wanneer de docent de leerling laat weten dat sommige dyslectici zeer begaafde musici zijn wordt duidelijk dat dyslexie geen belemmering hoeft te vormen om iets in de muziek te bereiken. Het moet duidelijk zijn voor de leerling dat deze zich niet moet laten afschrikken door de noten wanneer het in het beginstadium moeilijk is om te decoderen. Mocht de leerling zo veel problemen ondervinden door de dyslexie waardoor noten lezen (bijna) onmogelijk is, dan mag deze daardoor niet ontmoedigd raken om muziek te maken. Er zijn veel muziekvormen waarbij notenschrift minder belangrijk is.
© Judith van der Klip 2013
Als je met regelmaat muziek luistert of maakt dan heb waarschijnlijk meer dan eens gemerkt dat dit effect kan hebben op je emotionele toestand. Wetenschappers hebben dit fenomeen onderzocht. In het tijdschrift Psychologie* schrijft Mark Mieras, wetenschapsjournalist en schrijver van de breinboeken Liefde en Ben ik dat: "Met een hersenscan is te zien dat muziek de emotionele hersenen kietelt. Terwijl je zit te genieten zijn daar twee centra afwisselend actief. Het eerste is de nucleus caudatus, die je laat voelen of iets belangrijk is. Dat belangrijke gevoel wordt het meest opgeroepen op het moment dat in de muziek de spanning oploopt. Wanneer bij een volgende passage de spanning wegvloeit, is op de hersenscan te zien dat de nucleus accumbens oplicht. Dat is ons euforiecentrum: het is betrokken bij elke bevredigende en euforische ervaring, en zo ervaren we de muziek bij vlagen ook. Naar muziek luisteren is dus een soort emotionele dans."
“Muziek heeft allerlei aspecten: syntax, harmonie, ritme, emotionele verwerking en geheugen. Het is te vergelijken met taal. Je kunt aan de hersensignalen zien of mensen een muzikale training hebben gehad. Bepaalde opeenvolging van akkoorden vinden ze dan bijvoorbeeld ongebruikelijk, of je ziet dat ze de structuur van muziek begrijpen.” Mensen die muzikale training hebben gehad herkennen meerdere lagen in de muziek. Het is voor hen niet alleen een bal van geluid met melodie en woorden die emotie oproept maar ook droge informatie die zij weten te herkennen. Ik heb een docent Harmonieleer op het conservatorium eens horen zeggen dat hij zich ongelooflijk verveelt en zelfs vreselijk ergert als hij muziek op de radio hoort. Voor hem zijn de honderden pop-liedjes met eenzelfde akkoordenschema en opbouw te veel. Hij kan deze muziek alleen nog met zijn intellect ervaren. Klassieke 'kunst'-muziek vormt voor hem soms wel een uitdaging en bij het luisteren hiernaar kan hij zijn intellect af en toe uitschakelen. Wellicht verdwijnen de gevoelens van euforie of andere emoties meer naar de achtergrond bij de mensen met een getraind oor. Bij mijzelf kon ik heel duidelijk merken dat veel muziek minder emotie bij mij losmaakte naarmate ik meer leerde over muziektheorie, instrumentatie, analyse, arrangeren etc. etc. Gelukkig heb ik daarna ook geleerd dit gedeelte af en toe uit te schakelen. Het mooie van muziek vind ik dat het zoveel verschillende functies kan hebben. Er is bijvoorbeeld muziek die alleen gericht is op het saamhorigheidsgevoel van grote groepen mensen die graag willen ontspannen en dansen. Het dient hierbij geen enkel doel om het zeer vernuftige composities te maken. De doelgroep heeft niet de behoefte om hun intellect te laten prikkelen. Voor iemand in de concertzaal die rustig van zijn vrije zondag geniet, ontspannen wil luisteren naar een klassiek concert en ernaar uitziet om dit na afloop tot in detail met zijn gezelschap te bespreken, geeft de muziek van de voorgaande doelgroep wellicht te weinig gespreksstof. (Het schrikeffect even buiten beschouwing gelaten)
![]() Het MIM, Muziekinstrumentenmuseum in Brussel is een echte aanrader. Het museum bestaat al vanaf 1877 toen het nog tot een afdeling behoorde van het conservatorium te Brussel. Dit was bedoeld om studenten in contact te brengen met oude instrumenten. Tegenwoordig bevindt de collectie zich op een andere locatie in een prachtig gebouw dat in originele art nouveau stijl is gerestaureerd. Wanneer je moe bent geworden van het beluisteren en bekijken van allerlei bijzondere instrumenten dan kan je helemaal op de bovenste verdieping een hapje en drankje bestellen en genieten van het uitzicht over de stad. Er zijn verschillende secties waar je doorheen loopt. De sectie oude muziek, de moderne muziek (19e en 20e eeuw) en traditionele muziek. Ik vind het erg leuk om te zien hoe sterk de bouw van muziekinstrumenten in de westerse wereld werd beïnvloed door wat in de mode was bij de aristocratie en burgerij: Een piano verstopt in een tafel, bijzondere schilderingen op klavecimbels, inleg met goud en parelmoer, tierelantijntjes, houtsnijwerken waarbij nog nauwelijks een instrument te herkennen valt en ga zo maar door. De zaal die gewijd is aan instrumenten uit de traditionele muziek vind ik ook erg interessant. Via Europese tradities reis je door culturen uit de hele wereld. Wanneer je op deze manier in aanraking komt met muziek en instrumenten uit andere tradities en werelddelen dan valt het pas goed op hoezeer smaak, stijl en functie van muziek cultureel bepaald is. Tibetaanse monniken maakten bijvoorbeeld muziekinstrumenten uit beenderen van overleden confraters, en Afrikaanse spleettrommen zijn de plaatselijke vorm van Twitter. ![]() Voor de violist zijn er veel leuke dingen te zien. De pochettes bijvoorbeeld. Pochettes zijn kleine viooltjes die soms zelfs verwerkt werden in een wandelstok. Ze werden gebruikt door o.a. straatmuzikanten en dansmeesters die bijvoorbeeld vrouwen aan het hof verschillende dansen leerden en doorvoor wat melodieën erop speelden. Dit viooltje was zo klein dat ze het heel makkelijk in een zak konden steken. Hier komt de naam Pochette, 'zakje' vandaan. Ze worden ook wel dansmeester viooltjes genoemd. Ik vind het heel erg jammer dat er geen mogelijkheid was om bijvoorbeeld een replica te kunnen bespelen. Ik ben heel benieuwd hoeveel geluid er daadwerkelijk uit zo'n mini-instrument te halen valt. Wie weet kom ik er nog eens een tegen in het echt! Hier vind je de adresgegevens en openingstijden: Klik Bron: www.mim.be Blaudzun (Johannes) heeft op elf januari 2013 de award voor 'Beste mannelijke artiest' gewonnen! Ik ben daar natuurlijk super trots op. Met het statement tijdens zijn speech 'Muziek kan geen wedstrijd zijn' ben ik het helemaal eens. Muziek gaat om gevoel en expressie. De meetbaarheid van goede muziek is een punt van discussie. Een perfecte speeltechniek of een volmaakt nummer (b.v. qua spanningsopbouw, tekst en vorm) garanderen niet per definitie dat het bij het publiek kippenvel veroorzaakt. De beleving is waar het naar mijn idee om draait: een speciale combinatie van allerlei factoren die voor elke artiest uniek is. Net als in de schilderkunst zijn er genoeg briljante musici en componisten die in hun eigen tijd niet werden gewaardeerd. Zo zal het nu vast ook gaan met een aantal briljante componisten, artiesten of producers waarvan men op dit moment de waarde niet inziet en zij die op hun zolderkamertjes creëren en onontdekt blijven. Dan zijn er bijvoorbeeld artiesten die misschien niet zelf hun muziek schrijven of geen ingewikkelde technische capriolen uithalen maar wel met de combinatie tussen de muziek en hun performance de harten van miljoenen mensen weten te raken. Dit is misschien wel even bijzonder als een technisch begaafde artistiekeling. Wat is nu 'beter', wat wordt er precies gemeten, hoe meet je dit en wie bepaalt vervolgens wat als goed of als slecht gezien wordt? ![]() Nadat we met Johannes en band met Marco Borsato in een limousine naar de 'paarse' loper werden vervoerd mochten we naar binnen en in de zaal plaatsnemen. We hebben na de uitreiking van de Award voor 'Beste Vrouwelijke Artiest' het nummer 'Elephants' gespeeld. Via een live stream was de avond met optredens van verschillende artiesten te volgen op YouTube. Johannes had na de show een aantal interviews en de band ging alvast aan de borrel. Ik weet nu dat een Edison best zwaar is! Stream op youtube: http://www.youtube.com/EdisonsNL ![]() Op 27 september vindt er in de Amstelkerk te Amsterdam een benefietconcert plaats waaraan ik mijn medewerking verleen. Het is een initiatief van heel bijzondere mensen: "Michiel & Sanne zijn het stoerste stel van Amsterdam. Sanne was diender van het jaar bij het Amsterdams politiekorps. Michiel een veelbelovend arts. Ze namen zoon Boaz mee, leerden de Indonesische taal en begonnen een kliniek in de armste wijk van Jakarta. Ze ruilden hun comfortzone van een warm huis in Osdorp in voor een leven in de sloppen van Kalianyar. De groep muzikanten die meedoet vindt dat zo tof, dat ze hun eigen comfortzone verlaten voor een avontuurlijke clash van pop & klassiek. De locatie? Een van de sfeervolste kerkjes van Amsterdam. Iedereen doet gratis mee, dus met je 15 euro steun je direct de kliniek van Sanne & Michiel. Wie zijn er te horen? Judith van der Klip (viool), Lotte Pen (saxofoon/loopstation), Tobias Borsboom (piano), Estoria Strings (strijkkwartet), Rogier Pelgrim (singer songwriter), Kim Janssen (singer songwriter), Eins, Zwei Orchestra (acoustic shoegaze), Vandryver (indie rock)" |
JudithCategories
All
Archives
November 2013
|